TINSLEY ELLIS – NAKED TRUTH

Artiest info
Website - bandcamp
facebook

Singer-songwriter en gitarist Tinsley Ellis, hij is geboren in Atlanta/Georgia en groeide op in het Zuiden van Florida, ontdekte de blues tijdens de Britse muziek invasie wanneer vanaf 1964 in de VS en Canada, een stortvloed van Britse bands Amerikaanse bands en artiesten in de hitlijsten overtroffen. Zo ontdekte Tinsley The Yardbirds, The Animals, Cream, Beatles en Rolling Stones.

In 1972 luisterden Tinsley en een vriend naar het ‘Super Session’ album van Al Kooper, Mike Bloomfield (op de eerste helft) & Stephen Stills (op de tweede helft). Het werd opgenomen met bassist Harvey Brooks en in 1968 uitgebracht bij Columbia Records. Toen de oudere broer van zijn vriend hoorde dat ze het album goed vonden, kregen ze van hem het advies naar het optreden van B.B. King te gaan, die die week in de stad was. Na het bijwonen van het optreden van BB (waar Tinsley de gebroken snaar van BB’s “Lucille” kreeg), wist Ellis dat hij zelf ook een blues muzikant wou worden. Ook tijdens optredens van Howlin’ Wolf, Muddy Waters en andere blues artiesten zat Ellis telkens op de eerste rij en praatte hij na hun show met hen. En ja, hij bevestigde het ons tijdens een interview op Swing Wespelaar 2019, dat hij de snaar van BB’s gitaar nog altijd heeft!

In 1975 verhuisde Ellis als jonge muzikant van Florida terug naar Atlanta, waar hij in een lokale bluesband Alley Cats ging spelen. In 1981 vormde hij samen met de blues veteraan zanger/ harpist Chicago Bob Nelson (1944-2013) The Heartfixers. Met hen nam hij bij het Landslide label ‘Cool on It’ (1986) op. Tinsley debuteerde in 1988 solo bij Alligator Records met ‘Georgia Blue’, een album dat zijn doorbraak als nieuwe “guitar hero” bij het grote publiek betekende.

In 2000 tekende hij bij Capricorn Records en in 2002 bij het onafhankelijke Telarc label, waar hij twee albums uitbracht: ‘Hell or High Water’ (2002) & ‘The Hard Way’ (2004). Ellis keerde in 2005 terug naar Alligator Records, waar hij ‘Live! Highwayman’ (2005), ‘Moment Of Truth’ (2007) en ‘Speak No Evil’ (2009) uitbracht. Daarna volgden er vier albums in eigen beheer op zijn eigen Heartfixer label (‘Get It!’ - 2013, ‘Midnight Blue’ - 2014, ‘Tough Love’ - 2015 & ‘Red Clay Soul’ - 2016). Voor zijn album ‘Winning Hand’ (2018) keerde hij “back home” naar Alligator. Het album werd opgenomen in Nashville, met Ellis als producer en co-producer/keyboardspeler Kevin McKendree (John Hiatt, Delbert McClinton).

Ondertussen en al méér dan 40 jaar onderweg deelde Tinsley het podium met o.a. SRV, Otis Rush, Willie Dixon, The Allman Brothers, Leon Russell, Son Seals, Koko Taylor, Albert Collins, Buddy Guy, Derek Trucks & Warren Haynes (Gov’t Mule). Tinsley Ellis toerde in de voorbije maanden nog met Alligator-labelpartners Tommy Castro en Coco Montoya. Tijdens de pandemie schreef Ellis zo’n 200 songs, waaruit hij er (met producer Kevin McKendree) tien koos voor zijn 20ste album, ‘Devil May Care’ (2022). De opvolger is er ondertussen ook al en daarover gaan we het nu hebben.

“Blues/rock guitar legend swaps his blistering, full-band workouts for equally intense, soul-searching acoustic folk/blues…”

Soms moet een muzikant -het klinkt bijna als een statement- zich ook eens muzikaal c.q. figuurlijk durven blootgeven. Voor de ondertussen zowat blues/rock gitaar master Tinsley Ellis, betekende dit solo naar de studio gaan, zonder full-band ondersteuning, voor opnames van intense, ziel helende akoestische folk/blues. Dit was wat Tinsley deed op zijn nieuwe, allereerste akoestische soloalbum, ‘Naked Truth’. Alle gitaarpartijen en zijn wat norse, gepassioneerde zang zijn “volledig” te horen op zijn 21ste album, op negen nieuw geschreven originelen en bijzondere versies van nummers van Son House, Willie Dixon en Leo Kottke. Of het nu gaat om ingewikkelde fingerpicking of vurige slide-partijen, Tinsley levert elk nummer af met de onverbloemde intimiteit van de beste akoestische blues. 'Naked Truth' werd geproducet door Ellis, met de hulp van Atlanta-rootsmuzikant Eddie 9V op Son House's “Death Letter Blues”. Het album werd live opgenomen in de studio met Ellis' geliefde Martin D-35 uit 1969 (een geschenk van zijn vader) en zijn National Steel O Series-gitaren uit 1937.

“Devil in the Room”, waarmee het album aanstekelig opent, is een origineel nummer. Het is muzikaal gezien een knipoog naar de Hill Country blues stijl van Mississippi Fred McDowell en RL Burnside en (aldus Tinsley) “tekstueel gebaseerd op iets dat kolonel Bruce Hampton ons altijd vertelde voordat we het podium op gingen: we moesten de duivel de kamer injagen. Dat is mij al 40 jaar bijgebleven!...”.Het beschouwende “Windowpane” is een eigen nummer en door Deltabluesmuzikant Skip James geïnspireerd. Er volgt dan de eerste  van de drie covers, Son House’s “Death Letter Blues” (Ida Cox, Jesse Crump). Het is bijlange geen “versleten” en zeker niet “vergeten” song, want een jonge Nashville-band als The Delta Saints, speelt het nummer vaak als ze ergens -zoals ze deden tijdens (Ge)Varenwinkel dit jaar- optreden. 
“Silver Mountain” is daarna één van de vier instrumentale nummers. Er volgen dan de twee resterende covers. “Don't Go No Further” is een Willie Dixon-nummer uit 1956, voor het éérst gecoverd door Muddy Waters, maar later ook door o.a. The Doors, BB King en John P. Hammond. “The Sailor's Grave On the Prairie” is ook een instrumental, een mystiek nummer met veel fingerpicking. Deze mooie instrumentale Leo Kottke 1969-cover speelt Ellis al bijna 50 jaar live en voegt nog meer diepte en inhoud toe aan een album dat overloopt van rijkdom. “Tallahassee Blues” is al het volgende Delta-geïnspireerd nummer. Als er in het jargon verwezen wordt naar een vrouw die zich provocerend of opvallend  kleedt, dan wordt de bedoelde dame een “Hoochie Mama”. Of Ellis daar aanstoot aan neemt denken we, zo te horen, niet.  Na “Alcovy Breakdown” wordt ik door het volgende nummer op de tracklist even op het verkeerde been gezet. Of toch niet? “Horseshoes and Hand Grenades” kende ik van het Green Day-album ‘21st Century Breakdown’(2009). Billy Joe Armstrong schreef het nummer en Rolling Stone merkte op dat het album "de meest persoonlijke, emotioneel krampachtige plaat was die Armstrong ooit geschreven had...”. Covert Ellis dit nummer, of…? Het blijft een open vraag. Ook in het humoristische “Grown Ass Man” gaat Ellis diep en zoekt hij naar de eerlijke waarheden van de blues. Er rest dan nog de afsluiter “Easter Song”, het laatste instrumentale nummer.

“On his acoustic 'Naked Truth', Tinsley Ellis exposes himself as an exciting and emotional guitarist which comes out with strong and evocative songwriting...”

Eric Schuurmans

 

‘NAKED TRUTH’: tracklist: 01. Devil in the Room – 02. Windowpane – 03. Death Letter Blues [Ida Cox / Jesse Crump > Son House] - 04. Silver Mountain* - 05. Don't Go No Further [Willie Dixon] - 06. The Sailor's Grave On the Prairie* [Leo Kottke] - 07. Tallahassee Blues – 08. Hoochie Mama - 09. Alcovy Breakdown* - 10. Horseshoes and Hand Grenades - 11. Grown Ass Man - 12. Easter Song* (*instrumentals) | Music/Lyrics: Tinsley Ellis, or as [noted] | Produced by: Tinsley Ellis & Eddie 9V (3) | Credits: Tinsley Ellis: vocs, a guitar

Discography TINSLEY ELLIS: 21-Naked Truth* (acoustic) [2023] | 20-Devil My Care* [2022] | 19-Ice Cream in Hell* [2020 | 18-Winning Hand* [2018] | 17-Red Clay Soul [2016] | 16-Tough Love [2015] | 15-Midnight Blue [2014] | 14-Get It! [2013| | 13-Speak No Evil* [2009] | 12-Moment of Truth* [2007] | 11-Live! Highwayman* [2005] | 10-The Hard Way [2004] | 09-Hell or High Water [2002] | 08-Kingpin [2000] | 07-Fire it Up* [1997] | 06-Storm Warning* [1994] | 05-Trouble Time* [1992] | 04- Cool on It [1991] | 03-Fanning the Flames [1989] | 02-Georgia Blue* [1988] | 01-Cool on It, w/the Heartfixers [1986] | (*Alligator Records)